Het huidige verlofstelsel
Het huidige verlofstelsel
Op dit moment worden er 10 verschillende wettelijke verlofsoorten geregeld in WAZO. Het huidige verlofstelsel bestaat uit: het zwangerschapsverlof, het bevallingsverlof, het geboorteverlof, het aanvullend geboorteverlof, het adoptie- en pleegzorgverlof, het betaald ouderschapsverlof, het (onbetaald) ouderschapsverlof, het kortdurend zorgverlof, het langdurend zorgverlof en het calamiteiten – en kort verzuimverlof. Schematisch zien de huidige verlofregelingen er als volgt uit:
Door de invoering van alle verschillende verlofregelingen is door de wetgever beoogd bij te dragen aan het structureel op peil kunnen houden van de arbeidsduur en arbeidsparticipatie, ook wanneer door privéomstandigheden zorgverantwoordelijkheden toenemen. Door alle nieuwe verlofregelingen en verbijzonderingen, is het verlofstelsel op onderdelen echter complex en onoverzichtelijk geworden. Zowel werkgevers als werknemers vinden het verlofstelsel onoverzichtelijk. Om die reden is er een wetsvoorstel gedaan voor de vereenvoudiging van het verlofstelsel.
Vereenvoudiging verlofstelsel
Met de kamerbrief Start vereenvoudiging verlofstelsel heeft demissionair minister Van Gennip (SZW) in 2023 de Tweede Kamer geïnformeerd over de vereenvoudigingsmogelijkheden.
In december vorig jaar heeft de SER in het advies Balans in maatschappelijk verlof drie uitgangspunten voor vernieuwing van het verlofstelsel geformuleerd, namelijk: meer eenduidigheid en toegankelijkheid, een betere balans in (financiële) verantwoordelijkheid en balans in zeggenschap, via goed overleg tussen werkgever en werknemer over de opname van verlof.
Vanuit deze uitgangspunten stelt het kabinet voor om de verschillende regelingen terug te brengen tot drie soorten verlof, waarbij het gunstig is om de voorwaarden, criteria en kenmerken per verlofsoort zoveel mogelijk gelijk te trekken. Ook wordt aangeraden om binnen een verlofsoort zoveel mogelijk dezelfde (administratieve) verplichtingen en randvoorwaarden te hanteren. Kort toegelicht zien de drie verlofsoorten er als volgt uit:
– Zorg voor kinderen. De verlofregelingen die hieronder vallen, zijn in te zetten rond de geboorte van en voor de zorg voor kinderen en rond de opname van een kind in het gezin in gezin in het geval van adoptie of pleegzorg;
– Zorg voor naasten. Tot deze verlofsoort behoren het huidige kort- en langdurend zorgverlof;
– Persoonlijk verlof. Deze laatste verlofsoort is bedoeld voor situaties waarin de werknemer door onvoorziene of zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden noodzakelijkerwijs dienst werk niet kan verrichten.
Minister van Gennep merkt overigens op dat het wenselijk is dat eventuele nieuwe verlofvormen worden ingepast in een van de drie verlofsoorten. Zij denkt hierbij aan regelingen die ingezet zouden moeten worden op het moment sprake is van ingrijpende, persoonlijke gebeurtenissen die leiden tot verminderde inzetbaarheid op het werk voor kortdurende of langere tijd. Genoemde voorbeelden van verlofsoorten zijn het rouwverlof, transitieverlof en verlof voor huiselijk geweld.
Hoe verder?
Met deze hervorming wil minister van Gennep mensen de ruimte geven voor een goede werk-privé balans. Of de voorstellen in deze vorm worden ingevoerd is nog maar de vraag. Het is aan het kabinet om een dergelijke heroverweging met betrekking tot de financiering van het verlof te maken.