Werkverstrekkers opgelet: de Belastingdienst gaat vanaf 2025 handhaven op schijnzelfstandigheid van zpp’ers!
Het kabinet heeft in een kamerbrief van 6 september 2024 aan de Eerste en Tweede Kamer aangekondigd dat per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium in het kader van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) zal worden opgeheven. Dit betekent dat de handhaving op de kwalificatie van de arbeidsrelatie weer vorm krijgt binnen de reguliere handhavingsplannen. De opheffing van het handhavingsmoratorium behoort tot een van de drie lijnen waar het kabinet zich op in zet om de problematiek van de schijnzelfstandigheid aan te pakken en het werken met en als zelfstandige(n) meer toekomstbestendig te krijgen.
Achtergrond
De Wet DBA werd in 2016 ingevoerd met als doel om schijnzelfstandigheid beter aan te pakken. Door de invoering van de Wet DBA en de daarbij behorende hervatting van handhaving ontstond echter veel onrust en onzekerheid. Om deze onrust te verminderen, werd door middel van het handhavingsmoratorium besloten om niet te handhaven bij opdrachtgevers. Het handhavingsmoratorium zou in eerste instantie tot 1 januari 2018 duren, maar geldt (nu nog) steeds.
Net als het vorige kabinet houdt het huidige kabinet vast aan het voornemen om het handhavingsmoratorium per uiterlijk 1 januari 2025 op te heffen.
Tegenwoordig kiezen steeds meer zelfstandigen bewust voor het ondernemerschap en leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan onze economie. Toch kent de snelle groei van het aantal zelfstandigheden ook een keerzijde. In sommige gevallen is er sprake van schijnzelfstandigheid, waarbij werkenden zich in een kwetsbare positie bevinden omdat risico’s worden afgewenteld op de schijnzelfstandige. Zo constateert het kabinet dat het voor schijnzelfstandigen met een beperkte onderhandelingsmacht moeilijk is om hun rechten op te eisen, bijvoorbeeld met betrekking tot pensioen, ontslagbescherming en arbeidsongeschiktheid.
Gevolgen voor de praktijk
Het is begrijpelijk dat het opheffen van het handhavingsmoratorium voor werkverstrekkers en werkenden spannend is. Het volledig opheffen van het handhavingsmoratorium betekent het volgende voor de praktijk:
- Normale handhavingsregels: voor de handhaving op de kwalificatie van arbeidsrelaties zullen weer de normale regels gelden voor het opleggen van correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes.
- Focus op opdrachtgevers: de focus binnen de handhaving op arbeidsrelaties is gericht op de opdrachtgevers.
- Correcties met terugwerkende kracht: er wordt rekening gehouden met het eerdere handhavingsmoratorium, waardoor correcties met terugwerkende kracht alleen worden doorgevoerd tot 1 januari 2025. Voor de periode vóór 1 januari 2025 kan de Belastingdienst, binnen de vijfjaarstermijn, alleen correcties opleggen bij kwaadwillendheid of als een eerder gegeven aanwijzing onvoldoende is opgevolgd.
De Belastingdienst zal daarnaast geen modelovereenkomsten meer beoordelen, omdat modelovereenkomsten geen zekerheid vooraf kunnen geven over het werken buiten dienstverband. Dit hangt namelijk af van hoe er in de praktijk wordt gewerkt, niet van wat er in een contract staat. De lopende modelovereenkomsten worden nog wel geëerbiedigd tot de einddatum van de overeenkomst.
Gelet op het voornoemde is het raadzaam om de positie van huidige zpp’ers die werkzaam zijn binnen uw bedrijf vóór 1 januari 2025 per geval te beoordelen en na te gaan of de zzp’er als zelfstandige kan blijven werken of gekwalificeerd dient te worden als een werknemer.
Vragen of meer informatie ontvangen over de opheffing van het handhavingsmoratorium?
Neem dan gerust contact met ons op via het contactformulier.